In Nederland en in heel West-Europa is inmiddels al lang geen sprake meer van een christelijke cultuur. Niet meer het geloof in God bundelt alle krachten in onze samenleving, maar het geloof in de mens en in zijn mogelijkheden. Individuele vrijheid, vooruitgang en emancipatie zijn grote waarden in de huidige samenleving. In deze nieuwe, seculiere omgeving is het niet meer vanzelfsprekend om als gelovige te leven. Eerder andersom.
Vroeger bepaalde de christelijke cultuur dat mensen zich aansloten bij een Kerk. Iedere katholiek hoorde automatisch bij een parochie. Daar ging je iedere zondag naar de kerk. Daar ontving je de sacramenten en deelde je in het kerkelijke leven. Die tijd is voorbij. Wanneer iemand vandaag als christen wil leven doet hij dat vanuit een eigen keuze; vanuit een persoonlijke overtuiging. Eigenlijk is dat heel christelijk: geloof is immers het vrije antwoord van mensen aan God, die met ieder mens persoonlijk een relatie wil aangaan.
We staan op een kantelpunt. In zekere zin beleven we het einde van de christenheid in Nederland en heel West-Europa. Dit betekent echter niet het einde van de Kerk of van het christelijk leven. Wel staan we voor nieuwe vragen: Hoe kunnen we Kerk zijn zonder de invloedrijke positie die we hadden? Hoe kunnen we Kerk zijn in een niet-christelijke wereld? Hoe kunnen we Kerk zijn in een nieuwe tijd?
Nieuwe wijn in nieuwe zakken.
Een lichaam heeft ledematen die onvervangbaar zijn. Zo is het ook met de Missionaire Kerk: iedere gedoopte is onvervangbaar en is met zijn of haar specifieke gaven en talenten gevraagd.
De Kerk die zich bewust is van haar missie, blijft dichter bij het Woord Gods. Ze weet zich gezonden in de wereld. De leerling gaat daarbij niet alleen op pad, maar twee aan twee (vgl. Lk 10,1). Ze weet ook dat alle ballast over boord mag: “geen beurs, geen reiszak, geen schoeisel” (Lk 10,4). Het teveel aan gebouwen en structuren mogen we loslaten om vrij te zijn en naar de mensen toe te gaan. En keer op keer komen we als gelovigen samen om de vreugde van het gezonden-zijn met elkaar te delen.
Missionair Kerk-zijn vraagt dus om een andere, meer evangelische wijze van Kerk-zijn. Of Bijbels gezegd: nieuwe wijn in nieuwe zakken. Het nieuwe nu is eigenlijk van alle tijden, namelijk de opdracht van Jezus om de wereld in te gaan en alle volkeren tot zijn leerlingen te maken (vgl. Mt 28,19). Blijven we dat op de oude (institutionele) manier doen, dan zullen de oude zakken barsten. “Nee, nieuwe wijn in nieuwe zakken” (Mt 9,17).
Nieuwe wijn in nieuwe zakken.
Aan ons, leerlingen van Jezus, is de taak gegeven de schat van het geloof te leven, te vieren en door te geven. We staan nu voor die opdracht in een veranderde cultuur. In het recente verleden hebben we ons vaak bezorgd en druk gemaakt over veel dingen: gebouwen, financiën, (liturgie)roosters, zoeken van vrijwilligers, enz. Jezus leert ons echter dat slechts één ding nodig is, namelijk te luisteren naar wat Hij ons te zeggen heeft (Lc 10,38-42). Hij draagt ons op: “Zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid; dan zal dat alles u erbij gegeven worden” (Mt 6,33). Het Koninkrijk Gods is zijn missie (vgl. Mc 1,15) en daarvoor heeft Hij zijn Kerk geroepen (ek-klesia = eruit geroepen). Een missionaire parochie, zo kunnen we zeggen, weet zich in dienst van de verkondiging van het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid en staat open voor een nieuwe wijze van kerkelijk leven.
De nieuwe tijd vraagt van ons als gelovigen een andere werkwijze - een pastorale bekering - om ons met de hedendaagse mens te verbinden. Daarvoor zijn er drie belangrijke richtlijnen aan te wijzen. Het zijn als het ware drie sleutels die een nieuwe toekomst ontsluiten. Om aan de sleutels de juiste voeding, kracht en samenhang te geven, is er een alles verbindende en heel wezenlijke sleutelring: de eucharistie.
Nieuwe wijn in nieuwe zakken.
Eerste sleutel: prioriteit van evangelisatieIn veel parochies ligt de focus op liturgie en sacramenten, op verzorgend pastoraat. Dat is niet verkeerd, maar onze tijd heeft iets anders nodig. We kunnen er in de nieuwe tijd niet meer op rekenen dat mensen een basiskennis hebben van het geloof (catechese is nodig). We moeten onderzoeken hoe we nieuwe mensen kunnen bereiken (evangelisatie is nodig). Prioriteit geven aan evangelisatie betekent dan:• vóórdat catechese gegeven wordt, eerst mensen bij Jezus brengen, en• vóórdat sacramenten gevierd worden, eerst catechese geven.
Ook de naastenliefde heeft zijn eigen plaats: het is onmogelijk een goede vriend te zijn voor hulpbehoevenden als je niet eerst de vriendschap van het hart ontwikkelt met Jezus. Alleen van Hem leer je belangeloze liefde, die niet stopt als het moeilijk wordt.
Evangelisatie is een kernwoord in de verkondiging van alle pausen sinds het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965), maar is een onbekend begrip gebleven in veel parochies. Dat vraagt om een verandering van parochiecultuur: wat onbekend is gebleven moet eigenlijk normaal worden.
Over wat belangrijk is moeten we open zijn, en we moeten er tijd voor inruimen. De activiteiten die mensen bij Jezus brengen moeten de meeste tijd, aandacht en middelen krijgen. Alleen zo komen er nieuwe leerlingen en groeit een parochie. Lange tijd hebben we gefocust op vieringen en sacramenten(voorbereiding), zonder te kijken of dit mensen bij Jezus bracht. Dit is de reden waarom er een pastorale bekering van de parochie nodig is en waarom evangelisatie het hart van de parochievernieuwing moet zijn.
In een krimpende Kerk zijn we geneigd in de verdediging te gaan, maar wie zit te wachten op een zelfverdediging van de Kerk? Mensen zoeken naar antwoorden op wat gaande is in de wereld en op levensvragen die zo zwaar op hen kunnen drukken. Wat kan de Kerk geven dat de wereld al niet zelf heeft? Evangelisatie betekent: we kunnen de vreugde van het evangelie doorgeven en de genade die komt door het leren kennen van Jezus Christus
Comments